Verwoeste gebouwen in de voorsteden van Kiev. |
Mischa van Diepen (27), correspondent voor De Telegraaf, maakte in 2022 zeven reizen naar Oekraïne. Dit is zijn verhaal in woord en beeld.
De enige zielen op de straten van Irpin waren wegwerkers en schoonmakers die granaatscherven van de weg veegden. Maar daar, op een heuvel, zag ik enkele stadsbewoners een Orthodox koepelkerkje binnendruppelen. Het bleek de eerste dienst sinds de bevrijding van dit voorportaal van Kiev.
IJle lentelucht trok naar binnen door gesneuvelde ramen. De kerkgangers in winterkleding ademden wolkjes uit. Lena Konstantinovna, eind vijftig, liet haar tranen vloeien.
„Ze hebben zich als beesten gedragen, met onbegrijpelijke woede”, snikte zij. Lena’s neef kwam om toen hij zijn kind in veiligheid probeerde te krijgen. Of het kind was weggekomen, dat kon zij niet zeggen. De buitenwereld wist een week na de bevrijding meer van de gruwelen die op de straten om Lena heen waren gepleegd. Een maand lang was zij niet veel verder dan haar binnenplaats gekomen.
Irpin ligt naast Boetsja, de stadsnaam die synoniem werd voor Russische oorlogsmisdaden. Ik kwam de middag voor deze eerste kerkdienst aan met een trein in Kiev, na een tweedaagse reis uit Amsterdam.
Met fixer Volodymyr Gamalytsja in de auto
Het verwoeste provinciehuis in Mykolajiv.
Op een datsjacomplex boven Mykolajiv hielp Mischa een handje mee met het uitdelen van voedselpakketten aan vluchtelingen uit de frontstad.
In oktober 2021 begon ik als correspondent voor De Telegraaf in Rusland, maar dat werd al snel Oekraïne. Nadat ik eerder in februari en maart door het hele land was getrokken, was duidelijk dat het nieuws begin april aan de randen van de hoofdstad lag. De lijken lagen er letterlijk op straat toen de Russen hun biezen pakten.
Ook ik moest en zou daar komen, net buiten Kiev, om voor de zaterdagkrant nog een verhaal te maken. Via een bevriende journalist kwam ik bij Oleksandr, een jongeman met een auto. En dat was alles wat ik nodig had.
Maar over de telefoon met deze mij nog onbekende Oleksandr botste ik tegen een probleem: hoe kom je in gebied waar de Russen pas net zijn vertrokken? Oleksandr kende wel wat soldaten die ons naar Boetsja en Irpin mee konden nemen. Maar zij waren pas vrijdag beschikbaar: te laat voor een reportage voor de zaterdagkrant. Ook in oorlogstijd drukken de deadlines.
Die donderdag was ons enige alternatief om op goed geluk Kiev uit te rijden. Maar Oleksandr kon me niet garanderen hoe ver we dan kwamen. Het gebied werd ontmijnd; we zagen later hoe een zwartgeblakerd lijk onder het puin was gehaald.
Brancards van een hulporganisatie met vrijwillige paramedici in het centrum van Kyiv. |
Uiteindelijk aanschouwden we de verwoesting van deze voorheen vredige voorsteden zonder beperkingen. Bovendien ging plots de helft van Oleksandrs dagprijs af: een groot deel van zijn honorarium bleek bestemd voor de soldaten met wie wij mee hadden gekund.
Na de bevrijding van nieuwe gebieden staan journalisten te dringen om zo kort mogelijk na de Oekraïense troepen een nieuwe plaats in te gaan. Daarbij kunnen persvrijheid en persveiligheid nog wel eens botsen.
De Oekraïense autoriteiten hebben twee belangen. Ze willen niet massaal buitenstaanders gebieden inlaten waar het gevaar niet geweken is. Maar Oekraïne wil wel met spoed aan het licht brengen wat zich onder de bezetting heeft afgespeeld.
Hostomel, waar de Russen een luchtlanding op het Antonov-vliegveld maakten.
Ljoeba joeg met haar man vier Russische soldaten haar tuin uit in het stadje Voznesensk.
Verwoesting in Irpin.
In Vynnitsja liggen knuffels op de plek waar onder meer de kleine Liza, een meisje met het Syndroom van Down, omkwam door een Russische raket.
De gulden middenweg: stop alle journalisten in een paar bussen en rijd ze naar de plek des onheils toe. De week na de bevrijding van de zuidelijke havenstad Cherson stonden meerdere tours op het programma, die in appgroepen van lokale mediahubs met de lugubere hoogtepunten werden aangekondigd. Een bezoek aan de martelkamers voor de bevolking gevolgd door een bezichtiging van ontmijningswerkzaamheden.
Daar wringt de journalistieke schoen. Je moet ervoor waken dat je niet voor het karretje van de autoriteiten wordt gespannen. Zo was het ook in Boetsja geen toeval dat veel journalisten de opgraving van massagraven tegen het lijf liepen: ze waren er vaak in bussen naartoe gereden.
Op het moment van schrijven heb ik de persbussen weten te ontlopen. En ik ben niet de enige.
De brug des doods waarlangs mensen uit Irpin probeerden te vluchten. |
De grootste, vooral Britse en Amerikaanse media, weten door hun invloed, budgetten en uitgebreide contacten onder militaire eenheden vaak een Vip-behandeling te regelen. Zo trok The New York Times in het kielzog van Oekraïense troepen Boetsja in.
En terwijl de simpele zielen nog op een bustour naar Cherson moesten wachten, waren cameraploegen van Sky News en CNN al in de bevrijde stad, onder begeleiding van Oekraïense troepen. De beelden van een Britse verslaggever die door Oekraïners om de hals wordt gehangen als ware hij hun bevrijder, zijn nu al historisch.
De Oekraïense legerleiding kondigde snel aan dat de betreffende nieuwsploegen van hun accreditaties zijn beroofd voor het overtreden van een toegangsverbod tot Cherson. Maar dat was wellicht voor de bühne: ik denk dat ook de legertop wel blij was met deze publiciteit.
Verwoesting in de voorsteden van Kiev
In maart was het historische centrum van Odessa onbegaanbaar, voor tanks en voetgangers.
De eerste keer sinds de inval met een boemeltreintje uit Polen Oekraïne in, begin maart.