‘Ik laat me de mond niet snoeren. Dat nooit’

Een incident rond een notitieblok leidt tot een onterechte aangifte tegen een journalist. Een vorm van juridische intimidatie.

Corine de Vries
Hoofdredacteur Mediahuis Nederland Regionale Dagbladen

Een herenmodewinkel in een klein Noord-Hollands dorp langs de kust is failliet gegaan. Onze verslaggever rijdt er vier weken later langs en ziet dat de winkel ineens weer open is. Er liggen nu woonaccessoires in de etalage. Opmerkelijk, omdat er geen doorstart is gemeld en de eigenaar hoge schulden heeft.

Een goede regioverslaggever gaat dan natuurlijk op onderzoek uit. „Laten we dit gesprek niet per telefoon voeren”, zegt de partner van de eigenaar, die de verslaggever uitnodigt om langs te komen. Eenmaal in de zaak krijgt hij een kop koffie aangeboden, pakt zijn pen en notitieblok en stelt zijn vragen. Na een tijdje schuift ook de eigenaar aan. Die vertelt hoezeer het faillissement hem aangrijpt, hij is nog niet toe aan publiciteit. Plotseling springt de eigenaar op, rukt het notitieblok uit de handen van de verslaggever. Hij draait zich om en begint blaadjes kapot te scheuren. Enkele verzoeken om het werkgereedschap terug te geven negeert de man. Onze verslaggever wil zijn notitieblok terug, daarin staan ook aantekeningen uit eerdere interviews. Hij pakt de eigenaar bij de schouder en grist het blokje terug.

De partner van de eigenaar biedt excuses aan en herhaalt dat een paar dagen later als ook onze regiochef contact opneemt om dit voorval te bespreken. Wij besluiten de zaak te laten rusten.

Twee weken later wordt onze verslaggever gebeld door de politie. Hij moet op verhoor komen. Er is aangifte van mishandeling gedaan, „want u hebt natuurlijk klappen uitgedeeld”. Wat volgt zijn slapeloze nachten, gesprekken met een advocaat, een melding bij Persveilig - waar dit ook een nieuwe gradatie van intimidatie blijkt te zijn.

En zo wordt een door de wol geverfde verslaggever, ondanks zijn veertig jaar ervaring in de regiojournalistiek, angstig en onzeker gemaakt. Hoezeer we hem ook steunen en geruststellen.

De aangifte gaat volgens de advocaat zeker worden geseponeerd, er is een getuige die zijn verhaal volledig ondersteunt. Maar aansluitend aan het verhoor worden er wel vingerafdrukken afgenomen en politieportretten gemaakt. Onze verslaggever voelt zich vernederd en aangerand.

Het is een nieuw dieptepunt in de manieren waarop verslaggevers fysiek en juridisch belemmerd en bedreigd worden. Een grote bedreiging voor de persvrijheid.

Gelukkig is onze verslaggever vast van plan om zijn pen en notitieblok tevoorschijn te blijven halen. „Ik laat me de mond niet snoeren. Dat nooit.”

&nsbsp;

Voetbalclub wil alleen juichverhalen horen

Sportbestuurders en geldschieters van Alemannia Aachen willen kritische journalisten weren uit het stadion. Omdat ze de feiten brengen.

Thomas Thelen
Hoofdredacteur Aachener Zeitung

Voetbalclub Alemannia Aachen is een club met veel traditie, met een roemrijk verleden. Zonder twijfel de belangrijkste voetbalclub in de regio Aken. Van 1967 tot 1970 en in het seizoen 2006/07 in de Bundesliga, in 2004 zelfs gekwalificeerd voor de UEFA Cup! De club beschikt met voetbalstadion Tivoli over een moderne arena, die plaats biedt aan bijna 33.000 toeschouwers. Inmiddels is de ploeg van de sportieve ladder gevallen en onderaan de vierde Duitse competitie beland. En toch is het voor Medienhaus Aachen nog steeds een topthema, dat wij intensief volgen met de bijbehorende personele inzet en kritische journalistieke blik die tot ons zelfbeeld behoort.

Maar niet iedereen die de leiding heeft in Tivoli, houdt op dit moment van die kritische blik, zeker niet nu de ploeg eindelijk weer succesvol speelt en zelfs op de derde plek staat. Toen wij in november meldden dat de toegangscontrole van de fans bij Tivoli te laks was, vond de voorzitter van de raad van toezicht dat helemaal niet leuk. Het verwijt werd al snel gemaakt dat wij de positieve sfeer die eindelijk weer bij Tivoli heerste, wilden verpesten.

Het is een feit dat de politie de verantwoordelijken van Alemannia hard heeft aangesproken wegens onvoldoende controle bij de ingang van het stadion. Het gevolg: het zonder toestemming verbranden van vuurwerk, het gooien van een beker naar het hoofd van een assistent-scheidsrechter en het staken van de wedstrijd. De beroepskamer van de West-Duitse voetbalbond heeft de club meerdere malen beboet. Volgens de rechtbank ontbrak het de club aan “het juiste besef van het probleem”.

En de verantwoordelijken van Alemannia? Mediakritiek in plaats van zelfkritiek! De voorzitter van de raad van toezicht spreekt in het openbaar van “dubieuze onzin” in verband met onze berichtgeving en stelt onze auteur publiekelijk aan de kaak door hem bij naam te noemen. Een invloedrijke donor uit de entourage van het bestuur eist op sociale netwerken de uitsluiting van onze medewerker. Alemannia moet volgens hem gebruik maken van zijn gebruiksrechten op het stadion en de vertegenwoordigers van Medienhaus Aachen in de toekomst uitsluiten.

En wij? Wij zullen ons werk blijven doen en verslag uitbrengen tegen de weerstand van sommige clubfunctionarissen bij Alemannia Aachen. Pers- en meningsvrijheid is een van de hoogste goederen in een democratie.

&nsbsp;

Elke journalist is hier op zijn hoede

In Noord-Ierland zijn bedreigingen tegen journalisten aan de orde van de dag. Soms moeten onderzoeksverhalen zelfs zonder naamsvermelding worden gepubliceerd.

Eoin Brannigan
Hoofdredacteur Belfast Telegraph

Toen ik in Dublin werkte, kon ik mij precies herinneren waar ik was op het moment dat ik het nieuws kreeg over een bedreiging van een van mijn verslaggevers. Hier in Belfast ben ik de tel kwijtgeraakt van dergelijke telefoontjes. Bedreigingen van journalisten zijn deel gaan uitmaken van het uitgeverslandschap in Noord-Ierland en ondanks alle veroordelingen en enkele pogingen van de politie om haar eigen maatregelen te verbeteren, zijn er weinig aanwijzingen dat de verantwoordelijken zullen worden berecht.

Het is een voor de hand liggende opmerking, maar als het gaat om persvrijheid vormen doodsbedreigingen een fundamentele belemmering. We hebben te kampen met echte ervaringen van journalisten die in Noord-Ierland hun leven hebben verloren, waaronder Martin O’Hagan van de Sunday World. Bijna vier jaar geleden werd Lyra McKee bij een rel in Derry doodgeschoten. Dit zijn dus geen loze bedreigingen, er lopen mensen door de straten van Noord-Ierland die bereid zijn ernaar te handelen.

Er zijn verschillende niveaus van bedreiging, en het vermoeden bestaat dat sommige van die bedreigingen worden geuit uit weinig meer dan wrok, maar niemand wil de redacteur zijn die besluit om een waarschuwing als ongegrond af te schrijven. Ze moeten allemaal serieus worden genomen, wat het werk in Noord-Ierland bemoeilijkt.

Er worden ook andere, meer geraffineerde wegen bewandeld om de pers tot inactiviteit te dwingen. Gelukkig hebben we de laatste tijd meer succes gehad bij het bestrijden van deze pogingen om ons het zwijgen op te leggen. Dit jaar heeft de Sunday Life met succes een poging aangevochten van de vermeende leider van de Oost-Belfast UVF, Stephen Matthews, die via de rechter probeerde te voorkomen dat wij hem zouden noemen als het hoofd van een van de grootste Noord-Ierse drugsbendes. Matthews, naar verluidt een miljonair, kreeg verrassend genoeg rechtsbijstand voor zijn zaak.

De gevolgen van het verliezen van de zaak zouden ernstig zijn geweest, omdat dit de weg zou hebben geopend voor paramilitairen en criminelen van alle achtergronden, vaak met rechtsbijstand en zonder kosten voor henzelf, om te proberen ons de mond te snoeren wanneer zij dat nodig achten. Maar met veel hulp van ons juridisch team hebben we een belangrijke overwinning behaald in de strijd voor persvrijheid.

Het was niet onze enige overwinning. In november won het team van Sunday Life de prijs Investigation Of The Year (Regional) bij de eerste UK Media Freedom Awards, voor zijn onthullingen over de South East Antrim UDA, een van de grootste misdaadbendes van Noord-Ierland. Verschillende bedreigingen tegen journalisten zijn tot deze bende te herleiden en alle verslagen worden door het Sunday Life Investigations Team gepubliceerd in plaats van onder individuele, identificeerbare bijschriften. Degenen die de prijs hebben gewonnen, hebben zich wel twee keer bedacht om hem in het openbaar in ontvangst te nemen. Zelfs feestelijke momenten worden overschaduwd door het moeilijke klimaat waarin onze journalisten verkeren.

 

Leve het strafbankje

Journalisten worden snel meegezogen in de communicatiestrategie van bedrijven, sportclubs en politici. Daarmee beperken ze hun eigen persvrijheid.

Liesbeth Van Impe
Hoofdredacteur Nieuwsblad

Wie begint over persvrijheid, zit meteen bij de Grote Principes. Genre grondslag van de democratie, fundamenteelste der fundamentele rechten, alfa en omega van een democratische organisatie van de samenleving. Het volstaat trouwens om in de wereld rond te kijken om te beseffen dat persvrijheid nog altijd zwaar bevochten is, in volwassen dictaturen en wankelende democratieën.

Die persvrijheid is er eentje waar West-Europese kranten over schrijven, maar die ze zelf nauwelijks moeten verdedigen. Dat is een luxe. Maar ook een risico: wie alleen naar het Grote Principe kijkt, verkijkt zich soms op de veel discreter manieren waarop ook hier aan persvrijheid geknabbeld wordt.

Wat doe je met de voetbalclub die de deuren stevig op slot houdt en enkel als het goed uitkomt een voetballer op een dienblaadje aanbiedt, op voorwaarde natuurlijk dat enkel de juiste vragen gesteld worden en er niets gezegd wordt? Wat doe je met de BV die de krant enkel ziet als een verlengstuk om iets te verkopen, met managers die denken dat een interview iets is wat je naar eigen goeddunken kan herschrijven? Wat doe je met de politicus die enkel op eigen voorwaarden wil praten?

Zeker na covid moet de ruimte voor vrije nieuwsgaring opnieuw bevochten worden. Maar te veel marketeers zijn het intussen gewoon geworden dat communicatie in extreme mate kan gestroomlijnd worden. Wie weigert mee te stappen in hun lange lijst voorwaarden, komt op het strafbankje terecht. Na de hoogdagen van “access journalism” is dat voor veel journalisten de ultieme nachtmerrie.

Dat hoeft het niet te zijn. Soms moet je het strafbankje omarmen. Het perspectief is er vaak interessanter dan als je braaf aan het handje blijft lopen. Zelfs als je daardoor een “gekregen” primeur mist. Het is die vrijheid die ook wij elke dag weer moeten verdedigen bij onze journalisten en op onze redacties.

 

Iedereen wil persvrijheid – totdat het niet uitkomt

Boeren protesteerden dit jaar om gehoord te worden. Maar journalisten konden niet meer alleen op pad.

Sander Warmerdam
Hoofdredacteur Leeuwarder Courant

Persvrijheid is de fundering van onze democratie. Daar lijkt iedereen het over eens – als het ze uitkomt. Ministers perken de ruimte van de media het liefst in als het om gevoelige stukken gaat. De politie geeft het liefst helemaal geen commentaar meer – tenzij ‘we’ moeten helpen met de opsporing. Gewone mensen vinden het prachtig om te lezen over anderen, maar durven zelf niet meer met hun volledige naam in de krant, uit angst voor reacties op sociale media.

Burgemeester en wethouders van Leeuwarden betoogden bij een kennismakingsbezoek dat de pers niets in de weg gelegd mocht worden. Maar op de vraag waarom de afdeling voorlichting onze vragen niet gewoon beantwoordde, bleef het stil. Persvrijheid is een gelegenheidsargument geworden.

Ook de boeren die onze provincie afgelopen zomer platlegden, waren niet geïnteresseerd in feiten, hoor en wederhoor of onafhankelijke bronnen. De journalist stelde vragen, terwijl de demonstranten vooral bevestiging van hun eigen verhaal zochten. Persvrijheid en persveiligheid liggen in elkaars verlengde. Op het hoogtepunt van de protesten vonden we het niet verantwoord om verslaggevers alleen op pad te sturen. Ze moesten in koppeltjes om elkaar in de gaten te kunnen houden. De boeren, loonwerkers en meelopers hadden schijt aan persvrijheid.

Het is daarom belangrijk om te blijven kijken naar de balans tussen pers en vrijheid, ook voor onze mensen. Twee voorzetjes voor hoofdredacteuren, chefs en uitgevers:

Pers-vrijheid: Journalisten die even wat langer mogen nadenken, los van het doorstampende ritme van de pers.

Pushvrijheid: Het gevoel van rust als de smartphone even uit staat. Waardevolle momenten met ouders, kinderen een film of fantastisch voedsel, waarin mensen niet worden gestoord door een trillende telefoon.

Het is meer dan creatief spelen met taal. Alles wat gebeurt, werkt in op onze verslaggevers. Onder druk van data, sociale media en de buitenwereld vragen we steeds meer van ze. Ze staan constant aan. Alleen als onze mensen zich vrij en veilig voelen kan de pers vrij zijn.

 

Een politicus mag de wet niet misbruiken omdat een mening niet bevalt

Een politicus van Vlaams Belang zet juridische acties in als strategie tegen Gazet Van Antwerpen.

Frederik De Swaef
Hoofdredacteur Gazet van Antwerpen

Sinds de verkiezingen in 2019 peilt Vlaams Belang bijna constant als grootste partij van Vlaanderen. De extreemrechtse partij haalde in 1981 zijn eerste parlementszetel in Antwerpen en tot vandaag levert onze regio de partijleiding. Momenteel is dit Tom Van Grieken uit Schoten. Ik leerde de man dit jaar beter kennen doordat hij begon met recht van antwoord te eisen op editorialen van Gazet Van Antwerpen. Het gaat over een Standpunt van onze politieke journalist Dirk Hendrikx, waarin die beschrijft hoe Vlaams Belang aan de ene kant probeert regeringswaardig te zijn en aan de andere kant zich laat inspireren door de Hongaarse leider Victor Orbán. In het andere Standpunt heeft stadsreporter Patrick Van De Perre het over een ID-evenement in de Handelsbeurs in Antwerpen, een door Vlaams Belang georganiseerde bijeenkomst van uiterst rechtse partijen uit heel Europa, waar ook enkele omstreden figuren het woord voerden. Van De Perre betoogt dat een partij die zich met dit soort mensen inlaat, geen kandidaat kan zijn om te regeren.

Van Grieken diende telkens een recht van antwoord in, niet omdat hij feitelijke onwaarheden heeft vastgesteld, wel omdat hij vindt dat het Vlaams Belang onterecht in een slecht daglicht wordt gesteld en dat de partij in de Vlaamse pers “oneerlijk en onjuist wordt belicht”. Gazet van Antwerpen wil de wet respecteren en is altijd bereid om fouten recht te zetten, maar eigent zich wel het recht toe om in de krant en op de website een mening te formuleren over een politicus of een partij zonder dat zij daarvoor kan worden terecht gewezen en zonder dat zij daarvoor omstandige wederwoorden moet publiceren. Gevraagd aan Van Grieken wat hier de bedoeling is, kwam naar voor dat deze juridische acties een weloverwogen strategie zijn. Wat gaat dat geven als het Vlaams Belang bij de volgende verkiezingen effectief de grootste partij wordt? Of op de dag dat ze eens gaan meebesturen?